2006 Naar Antwerpen over de Westerschelde 

 

Soms wil je je grenzen op vaargebied weer eens verleggen. Het IJsselmeer hebben we al een aantal keren bevaren, dus besluiten we maar eens een andere uitdaging op te zoeken. Deze keer wenden wij de steven van onze motorboot Blue Spirit III richting Antwerpen. 

Informatie Als je plannen gaat maken om ergens heen te gaan waar je nog nooit eerder met de boot geweest bent, is het clubhuis van de WSV Viking een goede plek om informatie te vergaren. Onder het genot van een bak koffie voor de open haard, luisteren naar anderen die de trip al eens gemaakt hebben, levert je veel gemak op. In het begin denk je, is het niet verstandiger om via het Schelde-Rijnkanaal te gaan en de druk met zeeschepen bevaren route over de Westerschelde te mijden!? Maar anderen overtuigen je ervan dat het prima te doen is. 

FD-nummer Om te beginnen is het natuurlijk belangrijk om de goede waterkaarten te hebben. We hadden er al veel, maar die van de Westerschelde hadden we nog niet. Dus op naar de winkel. Om goed zichtbaar te zijn voor de zeereuzen, is een radarreflector op de Westerschelde ook onontbeerlijk. Van ‘onze' havenmeester Fred hoorde ik dat je voor het Antwerpse havengebied een zogenaamd FD nummer nodig hebt. Een nummer waar je je mee aan moet melden bij de sluizen etc. Via dit nummer belasten de Belgische autoriteiten je voor het gebruik van de vaarwegen aldaar. Als je overigens meldt dat je voor overnachting naar de jachthaven “Willemdok gaat, heb je vrijstelling van deze doorvaarbelasting. Het FD nummer kun je o.a. bij eerder genoemde jachthaven gratis per e-mail aanvragen. 

Dag 1

Yvonne en ik hebben maar acht dagen de tijd om naar Antwerpen en terug te varen. In augustus, dit jaar niet de droogste maand van het jaar, vertrekken we. We varen via de Maas en gaan terhoogte van het Steurgat bakboord uit. Via Geertruidenberg en het Markkanaal varen we naar Oudenbosch om te overnachten. Dit in verband met de 1° verjaardag van onze jongste kleinzoon. 

Dag 2

De volgende dag gaan we verder, de Mark en Dintel meandert mooi door het landschap. Bij Dintelsas komen we op het Volkerak uit. In verband met de beroepsvaart zetten we de marifoon aan, zodat we kunnen horen wat iedereen van plan is. Via de Krammersluizen varen we met 

een kleine vier Beaufort en af en toe een zonnetje over het Zijpe naar de overkant van de Oosterschelde. We besluiten te overnachten in de jachthaven op enige afstand van het plaatsje Kats. Die avond hebben we een paar zeilers langszij die even gaan eten in het restaurant. 

Dag 3 

De volgende morgen luisteren we naar het weerbericht via de verkeerspost Wemeldinge, het belooft een droge dag te worden met een matige wind. We varen de haven uit en gaan stuurboord richting het Veerse Meer. In diverse botenbladen wordt wel eens wat negatief geschreven over dit water, naar ons idee is er echter niets mis mee. Er is een overvloed aan leuke aanlegplaatsen en we maken daar voor de lunch dankbaar gebruik van. Via het vrijwel rechte kanaal door Walcheren varen we richting Vlissingen. Er zijn een aantal bruggen waar we niet onderdoor kunnen, maar na een oproep via de 

marifoon worden we meestal snel geholpen. In Middelburg duurt het iets langer. We worden op een gegeven moment opgelopen door een snelvarend schip met veel golfslag. Haastige spoed is zelden goed. Voor een brug waar wij wel onderdoor konden en hij niet, gingen we hem in een rustig gangetje weer voorbij. We hebben in Vlissingen overnacht bij de WSV Schelde', het was er druk en we lagen dubbel. 's-Avonds gaan we lopend naar het centrum 

van Vlissingen. Aan het haventje tegenover het Arsenaal vonden we een leuk lers restaurantje (tip) waar we heerlijk hebben gegeten. 

Dag 4

Om 07.45 uur is het laag water op de Westerschelde, rond die tijd varen we de sluis binnen. Er wordt voor die dag windkracht vijf uit westelijke richting verwacht, eigenlijk wel een beetje spannend. Yvonne vertrouwt op mijn stuurmanskunsten, op wie vertrouw ik? Als het goed is kunnen we met de stroom in de rug in één tij naar Antwerpen varen. Na het uitvaren van de sluis steken we nagenoeg dwars over om aan de stuurboordzijde van de vaargeul te gaan varen. De zeeschepen die we in de verte zien komen, naderen snel. Vrij dicht naast de vaargeul zie je de zandplaten net boven het water uitkomen. Ons scheepje, afgeleid van een Engelse loodsboot, houdt zich goed in het woelige water. Op de kaart houden we bij waar we zitten en de verrekijker is onmisbaar om de boeienlijn te volgen. Onderweg worden we regelmatig opgelopen door grote zeeschepen, het lijkt soms of ze recht op je afvaren, maar steeds blijkt toch weer dat dat gezichtsbedrog is. Je hebt het gevoel dat er flatgebouwen langs je heen varen. De golfslag die de zeeschepen veroorzaken valt erg mee. 

Antwerpen Tegen 14.00 uur varen we in de stromende regen het immens grote havengebied van Antwerpen binnen. Bij de Royersluis melden we ons per marifoon met het FD-nummer. We krijgen het verzoek nog een half uurtje op de Schelde te blijven dobberen. Na het invaren blijkt dat de bolders in de sluis ver uit elkaar staan. Onze lijnen zijn gelukkig lang genoeg. Door de sluis heen, direct stuurboord door de eerste de beste brug. Met een grote groep schepen wachten we tot de brug open gaat. Vlak langs je heen varen veel binnenvaartschepen, die je goed in de gaten moet houden. Na deze eerste brug moet je weer met z'n allen wachten op de volgende brug. Daar doorheen kom je in het Willemdok uit. De havenmeester komt je in zijn rubberbootje tegemoet varen en wijst je een plek. 

Sail: We boften, de jachthaven was het centrum van een soort Belgische Sail. Even inchecken met je FD-nummer en al je woongegevens en scheepsnaam staan op het computerscherm van de havenmeester. De voorzieningen zijn prima. We besluiten om twee nachten te blijven. Het centrum van Antwerpen ligt op loopafstand en we genieten van al het Bourgondische dat de stad te bieden heeft. Op tweede dag gaan we natuurlijk alle tallships langs en genieten van al dit moois. 

Terugweg Helaas moeten we de dag daarop weer vertrekken, bij het bunkerschip in de jachthaven tanken we even vol met rode diesel. De bon en het overnachtingbewijs van de haven bewaren we natuurlijk goed. Je weet maar nooit of je gecontroleerd wordt. De dag dat wij vertrekken, gaan er ook al veel deelnemers aan Sail Antwerpen weg. Een drukte van belang dus. We varen gezien de tijd die we nog beschikbaar hebben, terug via de Schelde-Rijnverbinding en overnachten in Tholen bij WSV De Kogge. Het is prachtig weer en we krijgen op het terras van het nieuwe clubgebouw een heerlijke maaltijd voorgeschoteld. Na een goede nachtrust gaan we weer verder. We komen op het Volkerak uit en gaan via de Volkeraksluizen het Hollands Diep op. In de Biesbosch gooien we het anker uit. De volgende dag zit het er weer op en zijn we terug op ons vertrouwde plekje. 

Het was een leuke ervaring, die zeker voor herhaling vatbaar is. Heb je meer tijd dan kun je een stukje België meepikken en via de Maas weer naar 's-Hertogenbosch afzakken. Dus ons advies is....gewoon doen! 

 

Rob

 

2006 Naar Antwerpen Over De Westerschelde
PDF – 94,0 KB 63 downloads